lynx   »   [go: up one dir, main page]

  • 13.598 nieuwsartikelen
  • 171.153 films
  • 11.317 series
  • 32.199 seizoenen
  • 633.358 acteurs
  • 196.907 gebruikers
  • 9.209.799 stemmen
Avatar
 

Meningen

Hier kun je zien welke berichten remorz als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Abigail (2024)

Zeer vermakelijk, met een gedegen opbouw. Jammer dat het laatste half uur wat voortsleept en dat de film soms wat teveel tegelijk wilt zijn (heist/kidnap-opzet met bijeengeraapte crew, whodunnit-paranoia met Agatha Christie aftelling, (reversed) kat-en-muisspel, vampire hunting, gorefest met een knipoog), waardoor de ook toon wat haperend overgaat van serieus naar ludiek.
Soundtrack was het niet helemaal, geluidseffecten waren hit-or-miss en het acteerwerk was medium tot matig, met uitzondering van Abigail zelf: een heerlijke, afwisselend casual en intens spelende Alisha Weir, die spijtig genoeg teveel screentime moet afdragen aan de rest van de cast. 3,5*

Abuela, La (2021)

Alternatieve titel: The Grandmother

Na Veneciafrenia (2021) en Venus (2022) het voorlopig (?) afsluitende deel uit The Fear Collection, dat ik met grote dank aan joolstein heb kunnen zien. Gedrieën vormt het een sfeervol pakketje films, zoals je had kunnen verwachten van de betrokken namen, maar ook deze toevoeging van (die andere [Rec] (2007)-regisseur) Paco Plaza, is niet de hoogvlieger waar je op gehoopt had.

Genoeg mysterie vanuit de startblokken, met de titulaire oma die bij thuiskomst een lijk in haar huiskamer aantreft. Echt schokken doet de vondst haar niet en de geheimzinnige plotse intrede van een naakte blondine evenmin. Sterker, ze begroet de jonge deerne met een verwarmende glimlach en de twee wisselen een matroesjkapop uit, hetgeen de metafoorbellen uiteraard luid doet rinkelen.

Als oma dan plots een ‘ongeluk’ heeft gehad, ontvangt haar kleindochter Susana, een aspirerend model in Parijs een telefoontje van het ziekenhuis: of zij, als contactpersoon in geval van nood, zo snel mogelijk kan komen. Susana twijfelt geen moment en boekt direct een vlucht naar Madrid om voor haar grootmoeder te komen zorgen.

Eenmaal aangekomen, voedt Plaza je geleidelijk aan een opeenstapeling van motieven rondom veroudering en de obsessie met jeugd en schoonheid. Susana is als model uiteraard redelijk gepreoccupeerd door haar (uiterlijke) zelfbeeld en in de tijd dat ze de zorg voor oma op zich neemt, moet ze op afstand toezien hoe haar contracten in de modellenwereld aan andere, jongere modellen uitbesteed worden, hetgeen haar inwisselbaarheid benadrukt.

Bovenop die thematische open deur worden de steeds vreemdere gebeurtenissen in oma’s appartement gestapeld: waarom heeft oma al haar spiegels verwijderd? Hoe komt het dat Susana zich de gebeurtenissen uit haar dagboek niet herinnert? En wie is die Eva, die verdacht veel over haar leven weet en opmerkelijk wegwijs is in het appartement van haar grootmoeder? Als oma dan, aanvankelijk ’s nachts, met onzichtbare gesprekspartners door het huis begint te spoken, dringt het idee zich op dat Susana gevangen zit in een situatie die niet helemaal pluis blijkt te zijn.

Wat volgt is een weliswaar sfeervol maar redelijk voorspelbaar verhaaltje over de snode plannetjes die oma heeft om haar sterfelijkheid tegen te gaan. In die zin deed het me thematisch denken aan het recentere The Substance, al verweeft Plaza zijn uitwerking meer met voodoo-elementen dan Fargeat dat deed. De man weet best een aardig sfeertje neer te zetten en meerdere scenes weten ook wel wat kippenvel te veroorzaken, zoals de droomsequentie waarin Susana zichzelf plots verouderd ziet, terwijl oma door de glazen deur lijkt toe te kijken.

Toch weet Plaza, mede door het tempo, niet helemaal te verrassen met de uitkomst. Het laat zich in een vroeg stadium al raden waar het verhaal naartoe gaat. De elementen die op de uitkomst moeten hinten (zoals, naast de eerdergenoemde Matroesjkapop, de gejurkte knuffelbeer, de spiegels en posters, de tikkende klokken) verraden teveel, waardoor je weinig verrast wordt wanneer het geheel zich ontvouwt. Ook was ik zelf niet helemaal te spreken over het spel van hoofdrolspeler Amor, die haar overdreven expressie het meeste werk laat verrichten. Wat resteert is een gedegen sfeerbouw en enkele pakkende scenes, maar het ontbreekt deze film aan nét dat beetje extra meerwaarde. 3*

Adam Chaplin (2011)

Moeilijk uit te zitten.

Voor een film die zijn charme uit de splatter haalt, heeft Santi zijn (korte!) speelduur te vol gestopt met dingen die de fun eruit halen.

Bijvoorbeeld die hele verhaallijn met Mike, de oenige Kiss-epigoon. Oninteressant, veel te veel dialoog, met een stokkend tempo als gevolg. Funest voor een film als dit, die gewoon in hoog tempo bol van de actie en gekkigheid moet staan. Ook dat monoloogje met flashback van de eindbaas; wie zit daarop te wachten?

Over die actie: het over-de-top gehalte smaakt niet verkeerd; de stijlvoering moet je echter liggen. Schokkerige camera, weinig subtiele filters, slechte CG en overall low-budget uitstraling worden op zich nog wel goed in die stijl weggemoffeld. In een handvol scenes zelfs zeer effectief zoals de eindscene of de human lollypop.

Gevechten zelf missen wat flair in de choreo, en zetten hoog in op een houterig soort van macho. Veel exemplarische shots doen denken aan anime maar missen dan net de essentie qua snelheid of stilering. Gemiddelde Mortal Kombat-Fatality of scene uit de hierboven al genoemde Dragon Ball Z komt mij beter uit de verf.

Bovendien: verweven met afschuwelijk acteerwerk/voice acting en slecht geschreven dialoog leidt er teveel af van de (inmiddels redelijk spaarzame) fun. Een film met een goed hart, maar te weinig finesse in de uitwerking om echt te overtuigen. Een kleine 2*.

Adaptation. (2002)

Stem verhoogd naar 4,5*
De film steekt echt geniaal in elkaar. Met de nodige zelfspot en sarcasme schetst Kaufman zijn geworstel met het onmogelijke boek van Orlean.
Het constante meta-niveau van de film zit geweldig in elkaar, er wordt constant gepraat over wat wel kan in scenario's en wat niet. Dit brengt voor de film de nodige zelfrelativering teweeg, maar het is vooral erg vermakelijk en het vult bovendien de gaten in het af en toe spanningsloze plot; elke scene van de film valt wel op verschillende manieren te bekijken, als gebeurtenis, als boek, als film...als film over film. Geweldig.
De inventieve creatie van een tweelingbroer biedt leuke mogelijkheden, die tot het uiterste gerealiseerd zijn. De tegenstelling in karakter zijn hilarisch. Het script van Donald, dat geniaal blijkt te zijn, de lessen van McKee, die zelf ook weer een ander licht op de film als geheel geven (het taboe rondom voice-over, het allesbepalende einde van een scenario).

Een compliment aan Nicolas Cage bovendien, die boven zichzelf uitstijgt door twee compleet verschillende personages met veel flair weet neer te zetten. Dat Chris Cooper een Oscar(nominatie?) kreeg voor zijn rol is begrijpelijk, maar het is vooral zijn personage dat de show steelt ( "He's such a fun charachter")

De film is grappig, origineel, intelligent en nauwsluitend. Een nagenoeg perfect geheel waarin alle onderdelen en verschillende lagen precies in elkaar passen. Met 4,5* komt deze op gelijke hoogte met ESotSM, die ik eigenlijk toch net een fractie beter vond. Daarentegen verdient deze film niet minder, dus toch 4,5*

Aftersun (2022)

Mijn eerste registratie voor de MM Vrouwelijke Regisseurs Challenge 2025. En wat een perfecte aftrap voor deze challenge, aangezien hier in vele elementen toch de hand van een vrouwelijke regisseur in te herkennen valt. Charlotte Wells schijnt de film gemodelleerd te hebben naar een eigen jeugdherinnering van een vakantie en in haar werkwijze beroept ze zich misschien eerder op vernuftig gedoseerde vaagheid dan subtiliteit, maar het eindresultaat mag er zeker wezen.

In Aftersun schetst ze een beeld van jonge vader Calum en zijn 11-jarige dochter Sophie, die samen een vakantie doorbrengen in een resort in Turkije. Een bestemming die soms wat te wensen over lijkt te laten maar ze maken er allebei welwillend het beste van, met uiteenlopende activiteiten en triviale gesprekken die getuigen van wederzijdse aandacht. Hun dynamiek vormt wel een klein ideaalplaatje: ze plagen elkaar, stellen uitdagende vragen, verschillen soms van mening en bewegen zelfs wat van elkaar af (zoals iedereen op vakantie soms even zijn metgezel beu kan zijn), maar onder iedere interactie is een duidelijk fundament van liefde voelbaar. Mescal en Corio spelen geweldig naturel en hun chemie is onmiskenbaar.

In de anekdotische eerste helft worden door het duo gemaakte videobeelden versneden met dromerige, haast afwezige shots van ruisende bladeren, sereen kabbelend water en kleine, inventieve fragmenten van het zonnige oord die de perfecte constructie van een herinnering imiteert. Hoe sterker de herinnering, hoe vollediger de scene zo lijkt het maar ook de assemblage van korte momentjes en gesprekjes leveren een optelsom van een gekoesterde tijd.

Pas in de tweede helft komt het gewicht van de herinneringen meer in beeld en krijgen we steeds meer terloopse hints gevoerd over de innerlijke belevingswereld van vader Calum en de waarschijnlijke verwijdering tussen het tweetal op latere leeftijd. Ook hier laat Wells ons gissen naar de exacte toedracht van die verwijdering, maar ze is zoals gezegd nogal nadrukkelijk in het bestempelen van de eindigheid van deze last dance. Bleef het aanvankelijk wat onduidelijk uit welke hoek de dreiging verwacht kon worden, uiteindelijk schuilt er inleefbare tragiek in het moois zelf.

Zowel een eerbetoon aan de kracht van herinneringen als een gevoelige behandeling van de feilbaarheid een mens volledig te kunnen doorgronden, zelfs (of vooral) als het je vader betreft. Ik bewonder de manier waarop Wells ons meeneemt in wat voelt als een hoogst persoonlijk verhaal maar dat ze er toch een snaar mee weet te raken die universele taal spreekt, omdat we allemaal ergens vandaan komen en allemaal nostalgisch terug kunnen denken aan de (gedeelde) momenten die ons gevormd hebben, hoe ongrijpbaar zo’n herbeleving na jaren ook moge worden. En hoe schrijnend het voelt wanneer we er door omstandigheden vuriger naar terugverlangen. Die prachtige tagline ook: Memory burns.

4*

Akarui Mirai (2003)

Alternatieve titel: Bright Future

Leuk, als je 'zomaar' wat uit de videotheek meepikt, en het zowaar een erg goede film blijkt te zijn.

Erg mooie vertelling van een verwarde jongeman die het leven tegemoet treedt. Op een hele aparte manier naar voren gebracht in de relatie tussen hem en, ja...een kwal.
Yuji verzorgt de kompaskwal van Mamoru, die diens voorbeeldrol in leven houdt. Juist deze ongebruikelijke schakel tussen Yuji en Mamoru geeft het verhaal een poëtisch tintje. Voelbaar metaforisch in haast iedere scene en vele shots. Hier kan ik me aardig in vinden:

Onderhond schreef:

De film schreeuwt dubbele bodem maar dankzij de surrealistische verhaallijn en soms erg vreemde reacties van personages kan ik amper lijn vinden in de film.
De dromen van Yuji, de 'wachten en gaan' tekens, de roofoverval en de daaropvolgende spijtbetuiging van Yuji, de aanwezigheid van de geest van Mamoru wanneer hij een thermometer kapot trapt, de hele school kwallen en hun botsing met de samenleving in Tokio, waarmee Yuji er in slaagt de realiteit te veranderen, het uiteindelijk verzwegen adoptieformulier, de analogie tussen de school kwallen en de bende vreemde jongens etc. etc. etc; allemaal gebeurtenissen, handelingen en communicatie tussen personages die de film erg gelaagd maken. Zonder de erudiete connotatie, want de film blijft wat lichtzinnig, een vleugje feel good misschien zelfs.

Het perspectief van de vader van Mamoru is oa. daarom ook zo intrigerend. Zijn verlies maar vooral de manier waarop hij dat verwerkt komt erg mooi naar voren.

Het visuele aspect sluit mooi bij de thematiek aan. Koud, grauw, veel licht-donker, afgezet tegen de prachtige kwal. Het levert enkele prachtige shots op en geeft de film een haast mystieke sfeer mee.

Veel moois, mooi verpakt ook. Echt een film die groeit in je hoofd, maar voor nu is 4* toch wel geschikt.

Akira (1988)

Alternatieve titel: アキラ

Heerlijk om in de bioscoop te mogen aanschouwen.

Een langzaam ontrafelend verhaal en de wat lange speelduur zorgden thuis nog voor wat afdwalende aandacht; op groot scherm met goed geluid weet de film met vrijwel onophoudelijke actie je aandacht compleet af te dwingen.

Moeilijk om aan te wijzen wat deze film niet goed doet. Op haast alle vlakken is het moeilijk te geloven dat ie alweer 30 jaar oud is. Het wat fletse kleurenpalet is een aanwijzing, maar verder kan deze met gemak de strijd aan met zowat alles wat ik de afgelopen jaren aan animatie heb gezien.

Een futuristische setting die doordacht en met ontzagwekkend gevoel voor detail is vormgegeven. Van de MRI-scan machinerie, bovengrondse snelwegen en skylines tot de cryo-tombes, het is allemaal geweldig tastbaar in beeld gebracht.

Met een constant tempo en weinig aflatende actie dendert deze film door. Rustpunten zijn er weinig, al geeft een bescheiden dosering humor de film doorheen de speelduur wat lucht. Meer zou de sfeer en dreiging van de film teniet doen, dus ook daar zijn goede keuzes gemaakt.

De animatie wordt bijgezet door gevarieerde camerastandpunten en -bewegingen, met name tijdens achtervolgingsscènes; de veelal analoge soundtrack contrasteert bijtijds mooi met het futurisme en weet altijd op de goede momenten een monumentale dreiging neer te zetten; het verhaal is al even doordacht als de setting en weet zowel op het juiste moment nog een tandje bij te zetten, als op het einde genoeg mysterie vast te houden: het laatste half uur tilt de film ongetwijfeld boven zichzelf uit met groteske beelden en existentiële vraagtekens.

In alle opzichten is deze gewoon 5* waard. Exemplarisch revolutionaire cinema.

Alien (1979)

Titelhouder binnen de sci-fi horror.

Krankzinnig eigenlijk hoe deze film 40 (!) jaar na dato nog altijd fier overeind staat. Natuurlijk slaat de veroudering hier en daar toe, maar dankzij sterk acteerwerk, indrukwekkende decors en practical effects én een handvol klassieke scenes weet het nog steeds een smetloos huiveringwekkende sfeer neer te zetten.

Geloofwaardige science-fiction enscenering, die vanaf de kalme introductie van het schip en haar bewoners gelijk zijn claustrofobische werking inzet en dat langzaam laat broeien, tot het schip de functie van snelkookpan begint aan te nemen.

De isolatie, het belang van protocol, de risico’s van contaminatie maar ook de fascinatie voor buitenaards leven en de cabin-feverish atmosfeer vormen allemaal perfecte opstapjes voor de horror in space. Door vele navolgingen inmiddels cinematografisch gemeengoed misschien; het is moeilijk in te schatten hoe overweldigend deze effecten destijds beleefd moeten zijn.

Glansrollen voor Hurt, Holm, Skerrit en uiteraard Weaver, die haar personage Ripley de scepsis, daadkracht en ballen meegeeft om er een memorabele, hoogst iconische heldin van te maken.

Vooruitstrevend in brede zin, nog altijd effectieve creepiness en ondanks vele moderne epigonen nog altijd alleenheersend binnen het subgenre. 4,5*

Alien: Covenant (2017)

Gebakken lucht.

Allereerst had ik hier al een stem staan, maar was ik totaal vergeten dat ik dit al gezien had. Slecht teken. Eerste helft kwam me al vaag bekend voor maar tegen het einde zal ik toch een beetje ingedut zijn de eerste keer. Ook een tweede keer bleef ik er allemaal wat onverschillig onder.

Het begint al rommelig. Voordat we goed en wel geïntroduceerd worden aan het nieuwe schip en haar crew is er al meteen hectiek. Alarmgeluiden, brand en paniekerige handelingen van personages die voor de verse kijker nog inwisselbaar aanvoelen. Het duurt lang voordat de film een beetje focus krijgt, maar die inwisselbaarheid ontstijgen de nieuwe crewleden eigenlijk nooit. Stuk voor stuk charismaloze anoniemelingen. Zelfs Fassbender oogt tam in zijn rol als Walter.

Dan het bekende traject. Er is weer een noodsignaal, weer die obligate discussie gaan we er wel of niet naartoe (tuurlijk wel) en weer die verkenning van een vreemde planeet tot het onheilspellende gevaar zich aandient. Ditmaal aanvankelijk in de vorm van een (hou je vast) platgetrapte stinkzwam, waarvan een wolkje sporen zich in twee crewleden nestelt.

Wanneer Scott afscheid neemt van de voorspelbaarheid (hij heeft evolutie in de franchise hoog in het vaandel schijnt), neemt het in rommeligheid eigenlijk alleen maar toe. De mythologisering in Prometheus kon ik nog behappen, hier begint het allemaal een beetje megalomane vormen aan te nemen. Bovendien voelt de spilfunctie van David, die inmiddels een parodie van zichzelf geworden is, nogal willekeurig aan. Tuurlijk, hij is een android op een vreemde planeet en hij moet zich ook maar vermaken, maar als voedingsbodem voor het uitroeien van de engineers en voortbrengen van een, twee generaties aliens toch teleurstellend en hol.

Het gaat ook met redelijk wat kitscherigheid gepaard, vanaf Davids dramatische entree tot de lachwekkende blokfluitles met homo-erotische ondertoon. Wanneer we met de xenomorphjes te maken krijgen, zijn er wat smakelijk gritty momentjes maar ook daar zijn de afwijkingen van wat we uit eerdere delen kennen te klein en willekeurig om de zelfplagiërende toon te vermijden (geen chestburst maar spine- en facebursts). Wel lekker hoe snel en manisch de xeno-jonkies er op los snijden; dan zijn er altijd nog het onoverzichtelijke camerawerk en de geslepen messenset op de geluidsband die je er weer uithalen.

De uiteindelijke Xenomorph mag dan ook nog even losgaan, maar hoe die op een rondtollend schip nogal simpel en omslachtig tegelijk aan zijn einde komt, is ook teleurstellend en rommelig te noemen. Fijn ook dat twee crewleden waar we totaal geen empathie voor koesteren het mogen overleven ten koste van het zogenaamd perfecte organisme . Oh en Walter natuurlijk. Oh nee wacht, het is David! Halfbakken twist die je mijlenver zag aankomen (en die bovendien knullig aan het licht komt. Weet je nog: de cabin?).

Nee. Dit begint een beetje uit de hand te lopen. Zijn eerste deel had een bescheiden setting en invoelbare personages, met broeiende spanning tot gevolg. Ik hoef geen Alien-replica, maar Scott verliest hier uit het oog wat nodig is voor een boeiende film en schiet zijn doel compleet voorbij met veel gewichtige nonsens, erg rommelig verpakt. 2*

Alien: Romulus (2024)

Puik.

Voortbordurend op de bestaande reeks, denk ik dat Alvarez geen beter werk had kunnen afleveren.

Qua design en esthetiek leunt het naadloos aan op de delen waartussen het zich chronologisch moet bevinden: om heden ten dage een film uit te brengen die zowel qua sfeer als uiterlijk zó trouw blijft aan de eerste twee delen, vind ik niet alleen getuigen van lef, het is tevens een vernuftige manier om je te verenigen met de historische waarde van die twee pionierende films. Alvarez zet zich niet af tegen de bestaande klassiekers, maar vindt een eervolle manier om er op voort te borduren - in tegenstelling tot Scott's eigen supplementen die met hun mythologische uitbreidingen net iets té graag boven hun voorgangers wilden uitstijgen. Alvarez stijgt er misschien niet bovenuit, maar nestelt op comfortabele wijze tussen Alien en Aliens in.

Hij heeft geen haast en neemt de tijd om zijn eigen verhaal op te bouwen: karakters worden geïntroduceerd, het traject wordt uitgezet en hij geeft voldoende gelegenheid om je in te leven in de personages. Toegegeven: ze staan niet allen bol van het charisma, maar de onderlinge verhoudingen krijgen genoeg fundament om mee te sympathiseren. Pluspunten voor Jonsson, die met zijn vertolking van Andy niet alleen een gelaagd personage neerzet, maar tevens een verdiepende representatie van een droid neerzet. Ik was groot fan van de stoïcijnse Fassbender, maar Jonsson weet een geloofwaardige emotionaliteit in zijn personage te verwerken, waarvan ik niet had verwacht dat het zou werken.

Qua uitwerking schommelt Romulus tussen Alien en Aliens en hoewel ik binnen de reeks de suspense boven de actie verkies, vind ik dat Alvarez goede keuzes maakt. Oké: een overdaad aan facehuggers, een wat gemakzuchtige scene waarin een ruime handvol aliens net iets te makkelijk afgeschoten wordt en een eindfase die ongetwijfeld tweedeling zaait; ik juich het wel toe. Het zijn die momenten waarop Alvarez zijn eigen stapjes vanuit het eerbetoon zet om zijn aanvulling gezicht mee te geven en iedere keer legitimeert hij dat. Visueel en qua sounddesign misschien iets te vaak een veilige echo van vorige films, maar zelden zonder ook een eigen stap voorwaarts te zetten.

Alvarez heeft veel respect voor de originele films, wellicht te veel, maar door trouw te blijven aan de stijl, sfeer en beklemmende kleinschaligheid van zijn voorgangers, weet hij kracht te putten uit juist die elementen waarom we fan zijn geworden van de reeks. Ik vond zijn handtekening sterker in zijn Evil Dead remake, maar na Romulus is voor mij wel duidelijk dat de man weet hoe hij een uitgebluste reeks nieuw leven in moet blazen. 4*

All of Us Strangers (2023)

Prachtig.

Een film waarvan ik me nauwelijks kan voorstellen dat mensen de plottechnische puzzel proberen te leggen. Magisch-realistisch of surrealistisch misschien, maar wanneer de gepaarde emoties zo treffend vertaald en vertolkt worden als hier boeit het 'hoe zit het nou eigenlijk in elkaar' me vrij weinig.

Andrew Scott levert een ingetogenere prestatie dan haast alle rollen die ik hem tot op heden zag spelen en met groot succes. Of hij nou een teruggetrokken flatbewoner, introverte lover of een hernieuwd kind op zoek naar veiligheid en troost speelt, hij verbluft iedere scene met een ontwapenende nuance.

Het is op voorhand moeilijk te voorspellen hoe de premisse zich zou manifesteren, maar de ontstane situatie van Scott die (op gelijke leeftijd) met zijn ouders verloren tijd inhaalt is rechtuit ontroerend. Bevrijd van de sociale afstand die ouders en kinderen bijtijds belet waarlijk te connecten, zorgt de magisch-realistisch verkregen gelijkwaardigheid van volwassendom voor meerdere dialogen die normaal gesproken niet snel plaats zouden vinden, maar in de herschrijving van gemiste kansen verdomd effectief - louterend - zijn. Petje af voor (het acteerwerk van) Jamie Bell en Claire Foy ook, die elk samen met Scott zo een magisch moment beleven.

Het gedeelte met Mescal boeide me eerlijk gezegd iets minder dan de scenes met de ouders, maar ook daar is genoeg kwetsbaarheid en overgave te vinden. Beiden zetten stapjes uit hun eigen isolatie, maar alleen bij Scott wordt dit versterkt door een degelijke backstory; Mescal krijgt nét genoeg verdieping om zijn functie te vervullen. Het extra stukje uitleg dat deze verhaallijn krijgt, prikt voor mij onnodig het magisch-realistisch bubbeltje door maar werpt je als kijker wel weer mooi terug op de tragiek van Scott's situatie.

Ondergedompeld in een bad van kleurrijke filters, met ongehaast en aftastend camerawerk dat veel speelt met focus, is het ook visueel smullen van een dromerige sfeer die compleet naadloos opgaat in het geheel. Vergezeld door een eigenaardige soundtrack, die even uitgesproken als persoonlijk aanvoelt; niet altijd mijn kopje thee, maar het staat wel garant voor een eigen, unieke smoel.

Ik zou deze film dolgraag nog eens zien. En waarschijnlijk nog eens. Maar niets weerhoudt me ervan nu al voor de volle score te gaan. Want los van iedere poging tot analyse of ontleding hierboven, kwam deze simpelweg helemaal binnen. Zeldzaam ontroerend. 5*

Amantes del Círculo Polar, Los (1998)

Alternatieve titel: The Lovers of the Arctic Circle

Ik heb altijd wat moeite met 'liefdesfilms'. Door het vaak erg specifieke karakter van dit soort films, kan ik me zelden 100% inleven met de personages. Ik vind hun avonturen vaak ontroerend of zelfs indrukwekkend, ik kan me er nooit echt in verliezen. Ik had hetzelfde bij Before Sunrise, net als deze een vrij eigenzinnige film.

Toch is deze interessant genoeg voor 3,5*. Het gegeven is al aardig (heimelijk verliefde kinderen worden broer en zus) de uitwerking is verfrissend op zijn minst. Alle toevalligheden zijn geloofwaardig gebracht, al vind ik dat bij bijvoorbeeld l'Appartement al beter gedaan. De vertelling is dan wel weer een pluspunt, leuke afwisseling van perspectieven.

Amants Criminels, Les (1999)

Alternatieve titel: Criminal Lovers

Ik vond het maar een saaie, willekeurig aandoende film. Geen greintje emotie of verbondenheid met de personages (wat ik doorgaans een erg belangrijk punt vind) en tevens weinig andere elementen (verhaal? vormgeving? soundtrack?) om dat te compenseren.

OH noemt het personages die moeilijk te vatten zijn. Mijn mening is precies eender, mijn waardering 180 graden de andere kant op. Een beetje hetzelfde idee dat ik bij Grimm had, personages die maar wat doen en van hot naar her rennen. Irritatie ten top.

Misschien een beetje overtrokken maar meer dan 1,5* kan ik niet geven. Moet al erg lang nadenken om een positief punt te bedenken. Staat open voor herziening, maar gaat wel een tijdje duren.

American Honey (2016)

Fraai, maar genoeg minpunten.

Het moois: er schuilt een broeierig soort van vrijheid doorheen de film. Het road-tripgehalte, de vrijgevochten positie die Star zichzelf heeft aangemeten, de muzikale ondersteuning en de benauwende hitte en glimmende gezichten van de club; het geeft de film best een unieke smoel. De dwarsdoorsnede van modern Amerika doet bedompt aan en de afzijdige registratie werkt het navelstaarderige sfeertje van de bubbel waar de groep zich in begeeft aardig in de hand. Dat bedoel ik positief, zeker met het gevoel van vrijheid dat de film oproept. Lichtelijk amoreel en doelloos maar op momenten ook alive en ontdekkend zoals je dat van hedonistische tieners mag verwachten. Weinig statement in deze film, het toont wel een treffende reflectie van de zelfkant van de Verenigde Staten.

Dat gezegd hebbende: het was niet altijd even boeiend om naar te kijken. En ik moest even nadenken waarom dan niet. Vond ik de wispelturigheid van de naïef-eigengereide hoofdpersoon irritant? Kon ik me niet inleven in de destructieve aantrekkingskracht tussen haar en Jake? Duurde het simpelweg te lang? Wat dat laatste betreft: ik vind tweeëneenhalf uur voor een roadmovie eigenlijk perfect. Misschien vind ik dat de gebeurtenissen wat weinig volume hebben. Er gebeurt van alles, maar alles blijft een beetje aan de veilige kant van impact.

Die drie cowboys, die christelijke vrouw, die olieboorder, het gezinnetje met de verslaafde moeder: voor een film die een land doorkruist en constant wisselt van setting, zetten de personages en gebeurtenissen maar bar weinig in werking. Het is niet zozeer het gebrek aan narratief, als wel een gebrek aan lading. Je merkt het ook een beetje aan de hoofdpersonen, die nauwelijks symptomen van karakterontwikkeling of nieuw verworven inzichten vertonen en een beetje in cirkeltjes blijven hangen. Laat het eens flink uit de bocht schieten, denk ik dan, het zou de film zo veel meer gewicht geven.

De inhoud legt nergens echt aan en drijft net zo oeverloos en random voort als de camera die het allemaal wat observerend vastlegt. Handheld voor de immersieve beleving, sure. Maar dan heb ik liever een camera die gericht op zoek gaat (naar schoonheid of beslommering) dan eentje die er bij toeval tegenaan lijkt te lopen als een verveelde reisgenoot. Niet dat er geen mooie shots in zitten, hoor. Maar ook die abrupte cuts in scenes versterken het lukrake karakter van de film. Naast de muziek, wordt ook een personage meer dan eens mid-sentence de mond gesnoerd.

TJa, en de muziek zelf. De montage en het meezinggehalte maken het vooral de muziek van de personages, en veel minder voor de kijker (of als soundtrack van een film). Ik vond het dan ook vaak wat botsen met de visuele look en feel van de film, maar dat ik bijna alle nummers afschuwelijk vond draagt daar natuurlijk ook aan bij. Geef mij maar iets wat de sfeer van het geheel onderstreept, niet iets wat op de autoradio hard afgespeeld wordt.

Alles bij elkaar vind ik het een beetje ontbreken aan lef. Er wordt genoeg moois gevangen, maar het is te weinig, te klein én het voelt niet altijd even opzettelijk. Gezien het onderwerp, de titel en de speelduur verwacht ik dan gewoon meer dan wat ik gezien heb. 2,5*

American Mary (2012)

Hoewel ik destijds een kleine crush aan Ginger Snaps (2000) overhield, duurde het even voor ik Katherine Isabelle in deze film herkende. Oh, hoe oude liefde nieuw leven ingeblazen kan worden, want ook hier wist ze me weer om haar vinger te winden met haar verschijning zowel als haar ietwat stoïcijnse portrettering van de intelligente, eigenzinnige en dead-pan-delivery-sarcastische Mary, die de financiële lasten van haar medische studie nauwelijks kan bijbenen en aldus de lucratieve wereld van ondergrondse chirurgische praktijken induikt. Daar stuit ze op verschillende markante figuren (waaronder een heerlijke, tot Betty Boop gemodificeerde vrouw) en is ze uiteindelijk in staat om een solide reputatie als (buitenwettelijke) chirurg op te bouwen.

Ook weet ze langzaam maar zeker het imago aan te meten van iemand waar je niet mee moet sollen. Debet daaraan is onder andere een rape-revenge zijplotje en ik weet niet wat het is, maar als een verkrachtingsscene je weet te verleiden tot ook maar een vleugje overtuigend inlevingsvermogen, legt het voor mij de ultieme kwetsbaarheid van het vrouw-zijn zo gruwelijk naakt op tafel. Hoe mensonterend de daad is, hoe constante alertheid eigenlijk noodzaak is en hoe verleidelijk en legitiem paranoia jegens (sommige) mannen. Maar: uiteindelijk ook hoe bevredigend het revenge-gedeelte daardoor kan zijn. Het vormt geenszins de hoofdmoot in deze film, die wellicht qua focus wat diffuus van aard is, maar American Mary weet wel beide delen van rape-revenge invoelbaar en geslaagd en bijtijds meticuleus uit te werken.

Geen alledaags filmpje dit, zowel qua setting als vertelstijl en dat is best verfrissend. Zeker gezien het onderwerp blijft de ergste ellende wat braafjes buiten beeld en vooral hoe het (verklaarbare maar totaal onbevredigende) einde gevoelsmatig wordt afgeraffeld, zorgt voor een halfje aftrek.
3,5*

American Psycho (2000)

Ik ben er niet de persoon naar om te gaan roepen "het boek was beter." Zeker niet als de verfilming van Harron - dit was wel de laatste verfilming waar ik een vrouwelijke regisseur verwacht had - eigenlijk gewoon een heel, heel erg goede film geworden is.

Maar als fan van het boek en haar minutieuze beschrijvingen van triviale statussymbolen, uiterst ostentatieve oppervlakkigheden en uiteraard de onvoorstelbare gruweldaden waar Bateman zichzelf toe in staat ziet; valt het toch op dat veel extremiteiten hebben moeten wijken voor een film die weliswaar de kern wel goed weet te pakken, maar die niet tot het uiterste durft te pushen.

Neem zo'n scene met de visitekaartjes: hilarisch en exemplarisch voor de manier hoe Bateman zijn wereldje beleeft; de compulsieve toon waarmee Easton Ellis zijn Bateman vormgeeft, boet in de film een beetje aan kracht in. Tuurlijk, een maatpak wordt bewonderd, de restaurants worden hiërarchisch besproken en de onderlinge afgunst is voelbaar, maar nergens in de volledige obsessiviteit die het boek zo dwingend beheerst. Wanneer Bateman in het restaurant opsomt wat er allemaal mis is in de wereld, zou je hem bijna serieus kunnen nemen (zo wezenlijk is de problematiek die hij aankaart); de vormgeving van zijn persona in het boek zou die opsomming ontmaskeren voor de pretentieuze maskerade die het is. Harron blijft aan de veilige kant van de satire wat dat betreft.

Ook de moorden, die door de gedetailleerde beschrijvingen in het boek lezers en critici wisten te splijten, worden door Harron wat afgezwakt. Net genoeg om de satirische toon te onderstrepen en wederom middels enkele shots genoeg inkijk te geven in de gestoorde geest van Bateman: in het boek is die inkijk des te intenser door de vermoeiend uitvoerige en ellenlange beschrijvingen. Hier vervangt een hoofd in de koelkast de moeite die je als lezer zelf moest doorstaan, en dat komt natuurlijk minder hard binnen. En misschien nog wel belangrijker: het laat je als kijker wat onverschilliger onder het einde. Hoe extremer Batemans beleving, hoe meer je ongeloof wilt omarmen dat het slechts fantasie is.

Niettemin! Heerlijk als film op zich. Bale is werkelijk buitenaards als de manische, minachtende, bezeten en getormenteerde Bateman. Ik had me geen enkele andere acteur kunnen voorstellen die zo uitbundig krankjorum "I had to kill a lot of people!" had kunnen uitroepen. Of zo adequaat zijn gezicht van hartelijk vleiend naar ergerlijk minachtend kon laten verglijden, de uiterste seconde wanneer hij de wasserette verlaat.

Audiovisuele uitvoering blijft wat tam, weinig bijzonder camerawerk en hoewel de soundtrack zijn werk doet, blijft het wat braafjes. Maar goed, misschien is dat ook omdat de afgezwakte beelden nooit dat volle contrast met de gebruikte nummers kunnen oproepen. Sterke uitzondering is de moord op Paul Allen, van Batemans blije introductie van Huey Lewis tot het moment dat hij met bebloed gezicht zijn sigaar opsteekt, de blijo-muziek nog op de achtergrond. Heerlijk.

Wonderlijk. Mijn hoogst gewaardeerde film met de meeste gemiste kansen. Halfje aftrek toch, maar een dikke 4* blijven overeind.

Anatomie d'une Chute (2023)

Alternatieve titel: Anatomy of a Fall

Film die bij mij een beetje moet onderdoen voor de verwachtingen. Dit keer veroorzaakt door veel lof van omstanders, eindejaarslijstjes waar deze vaak in hogere regionen eindigde en natuurlijk de Palme d’Or 2023 die deze op de mantel heeft staan. En al moet ik me door al die dingen natuurlijk niet teveel laten leiden, het is opmerkelijk dat je dan toch een wat doorsnee mysterie slash rechtbankdrama voorgeschoteld krijgt.

De dood van echtgenoot Maleski wordt als verdacht aangemerkt, waardoor schrijver en moeder Voyter ter juridische verantwoording geroepen wordt. Sinds het ongeluk dat hun zoon op vierjarige leeftijd grotendeels van zijn zicht beroofd heeft, kampen de twee met spanningen over schuldgevoelens, onvervulde ambities en financiële problemen. Zowel moeder als zoon brengen nogal onhandige wijzigingen in hun getuigenissen aan, wat voer is voor de openbare aanklager, maar het verleent het mysterie nooit de spanning die nodig is om echt nieuwsgierig te worden naar de afloop. Sterker: de twijfel die gezaaid wordt moet voortkomen uit een reeks uitgekiend gedoseerde onthullingen, maar doet over het algemeen wat geschreven aan. Echte verrassingen of twists heeft de film ook niet te vergeven, hoogstens neemt het af en toe een zijweggetje om uiteindelijk uit te komen op een punt wat je doet afvragen wat nou de hele point van het circus is geweest.

Ik vond het een boeiende reconstructie van de sluimerende onvrede binnen een gezin waarin idealen en ambities hervormgegeven moeten worden als het lot hun levens een andere wending geeft, maar binnen het kader van de rechtszaak voelt ook dat als een wat secundair gegeven. De rechtszaak zelf herbergt weinig spanning of urgentie en loopt uiteindelijk met een sisser af. Pluspuntje was het acteerwerk van met name Huller, al mag hond Messi ook niet onvermeld blijven. 3*

Angel-A (2005)

Ik wil deze snel nog een keer zien.

Niet omdat ik m zo geweldig goed vond. Hoewel het visueel toch wel een beetje smullen is vond ik het zwart-wit een beetje vloeken met de toon. Vrij klassieke uitstraling, terwijl het verhaaltje toch wat ludiek opgevoerd wordt.

Ik had, volgens mij net als Boenga, toch even tijd nodig om te wennen om te wennen aan de gradaties humor, fantasy, drama en romantiek. Zit er allemaal in, maar in een hele andere verhouding dan verwacht. Jammer dat, als je de toon dan op waarde weet te schatten, blijkt dat het verhaal zelf echt flinterdun is, beetje flauw zelfs.

Ik kan bij niet-Engelstalige films wat lastiger inschatten hoe goed er geacteerd wordt, maar ik vond Rasmussen lang niet altijd overtuigen. In het verlengde daarvan kwam de chemie tussen de twee ook niet echt over. Het laatste kwartier (dat getouwtrek op de brug, gevolgd door een tierende huilbui bij Angela) had écht niet gehoeven voor mij.

Grotendeels een beetje lopen vergapen aan mooie shots, qua inhoud stelt het toch teleur. Voorlopig 3*

Angels' Share, The (2012)

Sympathiek niemendalletje.

In het mooiste taaltje ter wereld, vertelt Loach een verhaal over Robbie, die tot inzicht komt dat zijn leven anders moet lopen. Net vader geworden, door het juridische oog van de naald geglipt, ontdekt hij via zijn case worker dat hij een zwak (en fijn neusje) heeft voor whisky.

De film neemt wat tijd om ons over Robbie te vertellen, daarna doet het hetzelfde maar dan met whisky. Het echt verhaal begint in feite daarna en heeft niet heel veel om het lijf als je erop inzoomt, maar het weet constant te vermaken met een viertal personages dat zijn charme vooral haalt uit de grappige driehoeksverhouding tussen laaggeschoold vernuft, het verfijnde en elitaire karakter van whisky (het wereldje van tastings en purisme incluis) en het heist-gehalte - waar de eerste twee elementen elkaar in contrast ontmoeten.

De oenigheid is aandoenlijk, de spanning blijft luchtig en daardoor kabbelt de film als geheel lekker voort. Hoewel Robbie niet het typische karakter is waar je mee verbonden raakt, weet hij op gezette momenten toch blijk te geven van goede wil (twee momenten die er voor mij uitsprongen: zijn reactie als hij geconfronteerd wordt met zijn slachtoffer (die berouwvolle blik en tranen: goed gespeeld!) en zijn zelfverklaarde noodzaak voor verandering en angst buiten zijn wil om terug te vallen tegenover Harry). Een moraalridder is hij niet, aangezien zijn oplossing via een misdadig pad bereikt moet worden, maar het is fijn dat Loach hem zijn gang laat gaan en hem beloont met een goede afloop. Soms mag misdaad best lonen.

Weinig aan de audiovisuele kant om je omver te blazen, maar met het heerlijke Schots als voertaal heb je toch constant iets om je over te verwonderen. Aimabel gemankeerde personages in een feelgood verhaaltje dat niet al te veel nodig heeft om ook niet al te veel te vertellen, maar prima vermaakt. 3*

Anora (2024)

Vrij uniek en onbijzonder.

Als dat klinkt als een tegenstelling, dan komt dat in ieder geval overeen met de gevoelens die ik had bij deze film.

Enerzijds bewandelt het een eigenzinnig pad temidden van allerhande bekende, haast clichématige elementen. Zo is de tegenstelling tussen het welvarende, onbezorgd hedonistische leventje van Vanya en het door het leven geharde pragmatisme van sekswerker Ani een weinig origineel startpunt voor het aanvankelijke boy-meets-girl uit verschillende klassen verhaal. Ook als de rijke ouders van Vanya het verse samenkomen van de twee willen dwarsbomen, lijkt dat een geijkt pad te plaveien. Maar Baker kiest duidelijk voor een ander narratief, wat definitief in beeld komt wanneer Vanya het hazenpad kiest en Ani achterlaat bij zakelijke voogd Toros en diens onbeholpen hulpjes Igor en Garnick. Wat volgt is een verrassend ludieke en constant geladen zoektocht naar Ani's laffe echtgenoot.

Anderzijds zijn deze ontwikkelingen, hoewel ongebruikelijk, niet altijd even boeiend, een beetje repetitief en neemt de hysterie af en toe teveel ruimte in beslag als meer dan één scene veeleer in gekrijs of fysieke schermutselingen blijft hangen, zonder dat het verhaal vooruitgaat. Realistisch voor dergelijke momenten misschien, maar ik zal tempo altijd verkiezen boven volume.

Het laatste half uur brengt verlossing als er, na de vondst van Vanya, vooral door Ani weer werkelijk keuzes gemaakt moeten worden en het verhaal weer momentum krijgt. De ijzersterke laatste scene met Igor en Ani levert de film een extra half punt op als Ani voor het eerst, na twee uur lang te schipperen tussen verdachte naïviteit en berekenend opportunisme, beiden gecamoufleerd met streetwise grofgebektheid, eindelijk een veilige plek vindt voor haar kwetsbaarheid en verwrongen emoties.

Een aandoenlijk slottafereel, zonder welke deze film was blijven hangen op wat oppervlakkige charme, die de blauwprint van films als Pretty Woman een behandeling à la Uncut Gems oplegt. Op de valreep krijgt Ani (en daarmee de film) alsnog de menselijkheid die ze verdient - en vooruit: ook ietwat verheft. 3,5*

Another Year (2010)

Fijngevoelige karakterschets.

Wat mij allereerst verbaast, is de vrijwel unanieme waardering voor Gerri en Tom als personages. Ik vond ze eigenlijk helemaal niet zo symphatiek. Zijn zij werkelijk zo begaan, gastvrij en begripvol?

Is hun begaanheid niet geveinsd? Vragen zij ooit werkelijk door naar de waarheid achter Mary's happy face? En waarom worden de slechte drinkgewoontes van hun gasten niet ontmoedigd maar doodgezwegen, ja zelfs in stand gehouden?

En dan die constant...betuttelende toon. Het repetitief gebruik van iemands voornaam. Die korte, ijzige blikwisselingen, eerder afkeurend dan bezorgd.

.

Ongetwijfeld zijn Gerri en Tom 'goede' mensen, echt oplossingsgericht naar anderen kijken is er niet bij. Vooral voor een therapeut als Gerri toch opvallend. Wellicht zijn ze zo gewend aan de ellende, dat ze deze machteloos hebben moeten accepteren als intrinsiek onderdeel van hun naasten. En is hun warmte en gastvrijheid inmiddels routineus en rolbevestigend.

Maar of zij nou barmhartige filantropen zijn of zich slechts zo voordoen, het is een dubbelzinnigheid die wel bevalt. Ook erg fijnzinnig vertolkt door Broadbent en Sheen. Mary is een bruisend en contrastrijk personage en Manville krijgt genoeg screentime om dat goed te onderstrepen. Fantastische rol ten slotte van Imelda Staunton, hoe kort en op zichzelf staand haar aandeel ook.was. Haar intense misère was geheel tastbaar. Knap.

Stijl van de film is sober. Beetje kleurcontrast (de scènes bij Ronnie), beetje close-up shots (kneuterig geëdit) bij 'serieuzere momenten' , en that's it. De opzet in seizoenen leent zich doorgaans prima voor visuele opsmuk, maar verder dan een licht ondergesneeuwde moestuin komt Another Year niet. Zonde. Muziek schommelt tussen subtiel en saai; maar goed dat de film het vooral van dialoog moet hebben..

De opgevoerde karakters (en onderlinge verhoudingen) fascineren twee uur lang. En doen dat redelijk op zichzelf, gezien de sobere uitvoering van de rest van de film. Dat is al knap, en het maakt van Another Year een sterk drama, maar kaal om te aanschouwen. 3,5*

Any Way the Wind Blows (2003)

Muziek!

Een broeierige zomerdag in Antwerpen. Een personage ontwaakt en kijkt door zijn venster uit over de stad die - met al haar inwoners en hun verhalen - de setting zal vormen van deze vertelling. Bam! Een frisbee tegen zijn kop vormt het startschot voor zowel het heerlijke openingsnummer van Magnus, als de vertelling zelf. Het zet de toon goed voor de sfeer van het vervolg: een dwarsdoorsnede van een stad op een willekeurige dag, met vele terloopse ontmoetingen en inkijkjes tot gevolg.

Het is niet moeilijk te bevatten dat hier een muzikant aan het roer staat. Barman verweeft zijn beelden niet alleen op symbiotische wijze met een prachtige, eclectische soundtrack; ook zijn verhaal vol kleine vondsten en diffuus plot met verhaallijnen (die even speels ontspringen als ze weer verdwijnen), geven de film een ongrijpbare, zangerige cadans.

Ook onze personages komen hier en daar wel samen, net genoeg om een geheel te vormen, maar de manier waarop Barman ze ook net zo makkelijk weer loslaat zal menigeen tegen de haren instrijken. Ik zie er liever een accurate verbeelding van het leven zelf in: verleidelijk en doelloos tegelijk. Heerlijk voor wie het durft te omarmen.

Leven is muziek, en Barman snapt het. Wij misschien niet altijd, maar soms moet je dat ook helemaal niet willen. Laat staan dat het je moet weerhouden te genieten. 5*

Apartment 7A (2024)

Vreemde prequel waarvan de noodzaak me niet helemaal duidelijk is en het effect waarschijnlijk ook niet zal beklijven. Heel veel meer dan een opgepoetste en versimpelde hervertelling van Rosemary’s Baby is dit toch nauwelijks te noemen, enkele kwalitatief prima te verteren acteerprestaties daargelaten.

Julia Garner speelt Teresa Gionoffrio (doet die naam een belletje rinkelen?), een geblesseerde danseres die haar droom van making it big langzaam voelt vervliegen. Met een vertwijfelde melange van wanhoop en vastberadenheid (en bovendien een driedubbele dosis van wat ik vermoed dat angstremmers zijn) achtervolgt ze na een teleurstellende auditie toneelregisseur Alan Marchand die resideert in het Bramford, waar ze uiteindelijk wankel aangetroffen wordt door Minnie en Roman Castevet (die doen toch zéker het belletje wel rinkelen).

Het is nog enigszins te vergeven dat de film vanaf dan een uiterst voorspelbaar pad bewandelt, niet alleen omdat het een prequel betreft maar ook omdat er wel logica schuilt in het idee dat de werkwijze van de Castevets en co middels vergelijkbare stappen van manipulatie en aanranding zal geschieden. Het ontbreekt de film echter aan de eigenheid of finesse om die herhalingsoefening van nieuw elan te voorzien. In plaats daarvan worden bepaalde sleutelmomenten, attributen en zelfs personages simpelweg als replica opgevoerd, waardoor ze weinig meer functie of diepgang meekrijgen dan de simpele verwijzing naar wat we al kenden.

De ketting met tannisroot komt uiteraard voorbij, de voodoo-elementen die de weg naar succes aanvankelijk vrijmaken, de sullig lege verschijningen van Sapirsteins en Ms Gardenia’s personages, de droomachtige sequentie waarin Terry verkracht wordt, het nieuwe kapsel; het wordt allemaal vrij willekeurig afgevinkt, terwijl de paranoia en het gestaag toenemende isolement van Rosemary, wat die klassieker zo huiveringwekkend spannend wist te maken, hier zo naarstig gemist wordt. Het (obligate) einde wordt dan nog wel smakelijk aangekleed, als Terry haar danstalent inzet om de regie in eigen handen te nemen, maar toch is ook die setting wat plots aanwezig en bovendien wederom een haastig verhaspelde imitatie van het feestje uit de eindscene uit 1968.

Ergens begrijpelijk dat Rosemary’s voorganger wat slordiger ingepalmd lijkt te worden, we weten immers dat het om een mislukte poging ging, waar onze duivelaanbidders vast van geleerd hebben. Maar de regie van James heeft nergens het gewicht om hier ook maar een overtuigend, spannend eindproduct van te maken dat op eigen benen kan staan. Misschien voor een nieuwe generatie met een allergie voor 'oude' films een leuke light-versie, liefhebbers van het origineel zullen hier vooral een verwaterde versie van een geliefde klassieker in vinden. 2*

Apostle (2018)

Groot fan.

Het begin heeft wat weg van een videogame. Er is gelijk sprake van een infiltratie-missie, de toon is grimmig en de historische setting wordt spaarzaam verlicht door kaarsen en lantaarns. Onze hoofdpersoon kijkt verbeten maar alert en de vijand wordt genoemd, maar nog niet geduid. Hoewel het mysterie veel vragen oproept en de film de tijd neemt voor de antwoorden, is iedere scene een puzzelstukje in de ontrafeling en hangt er meteen een beladen spanning in de lucht. Klachten over traagheid snap ik niet: dit is storytelling op z'n best.

Toegegeven, de film neemt wat zijpaden en betrekt personages die misschien slechts zijdelings van de belang zijn op de hoofdlijn; ik vond ieder zijpad de moeite waard en alle personages krijgen solide diepte mee. Je krijgt tevens een goed beeld van de isolerende werking van het eiland en de benauwende heerschappij die het occulte daar vrijelijk kan uitoefenen op een kleine gemeenschap als dit.

Meegenomen door de gestage ontrafeling en het aandacht voor drama, komt de ontwikkeling naar het macabere een beetje als een verrassing, maar wat een aangename. Het kersje op de taart. Naarmate Thomas dieper en dieper in de sektarische gemeenschap infiltreert, komen de gebruiken van de profeet, wachters en slaafse dorpelingen in een steeds meer luguber daglicht te staan. Via enkele middeleeuwse strafwerktuigen en bloederige aangelegenheden, ontpopt Apostle zich dan toch als een volbloedhorror maar met genoeg invloeden vanuit andere (sub)genres om zich te onttrekken aan de generieke middelmaat waar het genre vaker mee te kampen heeft.

Heel sterk en een volledige verrassing. Een van de weinige films die eens een gedegen fundament voor gruwel durft te leggen, daar goed de tijd voor neemt en uiteindelijk toch voluit durft te gaan. Netflix heeft een goed neusje voor horror, daar kom ik meer en meer achter. 4,5*

Asura (2012)

Mooi!

Poëtisch werkje in verhaal en beeld. Ogenschijnlijk heeft het weinig om het lijf, maar je kunt er allerhande paralellen uithalen die breder te trekken zijn dan het wolvelingsprookje. Hoe afgunstig en toe-eigenend liefde kan werken. Hoe maakbaar of veranderlijk een karakter is. Om nog te zwijgen over de tembaarheid van het beest in ons, welke vorm het ook moge hebben.

Veel terzijdes, want deze kleine vertelling met mythische proporties is op oppervlakkig niveau evengoed te genieten.

Visueel toch wel een pareltje. De verweven mix van 2D en CG is feilloos; beiden aanwijsbaar maar toch vloeiend complementair. Veel aandacht voor kleur, een indrukwekkende dieptewerking, subtiel spel met focus en over het algemeen een erg ‘natuurlijk’ uiterlijk: soms lijk je zelfs door een oud, vergeeld prentenboek te bladeren. Toch verrast de film ook met een paar bijna hallucinante shots, wat de eigenzinnigheid alleen maar onderstreept.

Vat ‘natuurlijk’ gerust tweeledig op, want de seizoenen en elementen zijn een groot onderdeel van de visuele flair. Het Japanse platteland ligt er prachtig bij en hoezeer de zon de bewoners ook teistert met droogte, haar aanwezigheid levert telkens een uitbundig spel met licht op.

De sfeer blijft op een aangenaam grimmig toontje balanceren, wat de film eigenlijk constant dreigend houdt. De onvoorspelbaarheid van kwetsbaar-maar-gevaarlijk kind Asura, wordt gespiegeld in het verhaal dat zijn momenten van gore met smakelijk genoegen pakt, maar dat aanvult met scenes van haast tedere lichtvoetigheid en een hintje boeddhisme.

Pluspuntjes voor de aparte (en uiteenlopende) karakterdesigns (de verhongerde boeren ogen werkelijk als zombies). Minpuntje is de soundtrack, die vooral op zachtmoedige momenten zo uit Titanic leek te komen.

Zeer aangename verrassing. Niet meteen horror, maar het is wel een logische tweede vermelding naast het verplichte animatie-stempel. 4*

Aterrados (2017)

Alternatieve titel: Terrified

Dennisj schreef:
En de man met baard in plaats van als een gek weg te rennen lekker op de grond gaat liggen
Hij had een hartaanval. Wegrennen zat er effe niet in.

Lekker onconventioneel filmpje. Veel bekende elementen, uit een handvol verschillende subgenres gegrepen, zo lijkt het en op een eigenzinnige manier tot een geheel gemaakt.

Verspilt geen tijd aan uitleg maar houdt de aandacht goed vast terwijl je langzaam meer te weten komt over de “monsters”. Zonder nauwsluitende theorie voelt het voor sommigen misschien wat onbevredigend (had er zelf ook wel een beetje last van) maar heeft genoeg te bieden als het gaat om spanning en effectieve gruwelmomentjes en scares.

Beetje pompeuze geluidsband waar je misschien even aan moet wennen maar die bewijst gaandeweg wel zijn effectiviteit. Niet je typische van A tot Z film, zowel in opzet als afronding, maar voor een originele verpakking van bekende genre-elementen ben je hier aan het juiste adres. 3,5*

Auberge Espagnole, L' (2002)

Alternatieve titel: The Spanish Apartment

Aardig.

Luchtige schets van een jaar als uitwisselingsstudent in Barcelona, meer is deze film niet echt voor mij. Af en toe erg geslaagd bij bepaalde grapjes of situaties maar niet veel meer.

Nogal incoherente verhaallijn, enkele onsamenhangende scenes aan elkaar geplakt, gevuld met wel erg stereotype personages af en toe. Eigenlijk prima, zolang alles maar werkt, pakt. En dat deed het dus niet. Niet echt.

Ook het camerawerk en alle splitscreens voegden wel wat toe, maar niet altijd interessant. Wazig beeld als mensen dronken zijn bijvoorbeeld, beetje -gevoel.

Overall toch wel goed te pruimen, maar voor mij niet de juiste toon om ergens bovenuit te steken. De vele taaltjes en cultuurverschillen zijn soms erg leuk. Bovendien een pluspunt voor Romain Duris. Die man is voor mij, vooral na De Battre Mon Qoeur, echt een fijne acteur om te volgen.

2,5*

Autopsy of Jane Doe, The (2016)

Een tip van Hannah Grace.

Ergens is het jammer om via die omweg bij deze uit te komen, want het doet deze wel goed om er blanco in te gaan. Natuurlijk geeft de film zelf vrij snel wat knikjes in de richting die het uitgaat. Dat het uiteindelijk toch een nét andere afslag neemt is daarom alleen al fijner.

Goed verhaal. Totaal geloofwaardige weergave van lijkschouwer Cox en zoonlief Hirsch, die beiden garant staan voor beter acteerwerk dan je van het genre gewend bent. De film zit vol medisch jargon en handelingen die getuigen van research (of ze nou werkelijk accuraat zijn of niet). Er zijn toch veel films waarin een professie wat plat weergegeven wordt; stop iemand in een witte jas en het is een medisch expert. De geloofwaardigheid blijft niet beperkt tot hun beroep, ook hun onderlinge verhouding en overdenkingen komen realistisch over.

Mooi hoe ze samen een raadsel proberen te ontrafelen dat steeds duisterder begint te worden, en je als kijker verwachtingsvol afwacht hoe en wanneer het kwaad zich zal manifesteren. Ook op de uitwerking daarvan valt weinig af te dingen. Mooi gebruik van de locatie, goede balans tussen suggestie en expliciete vlezigheid en sfeervolle geluidsband.

Een film die uitblinkt in een degelijke aanpak en sfeervolle uitwerking van een thema waarbij de oubolligheid van platgetreden paden altijd op de loer ligt, maar constant kundig vermeden wordt. 4*

Azrael (2024)

Alternatieve titel: Azrael: Angel of Death

Een film die naast de obvious gimmick wat weinig om het lijf heeft. We hebben Samara Weaving (waar ik altijd met veel plezier tegenaan kijk) inmiddels al voor hetere vuren zien staan. Ze weet, ja zelfs zonder dialoog, de film aardig te dragen met die hertenogen van d’r maar zelfs de twist en het - toegegeven: aardige - eindshot kan niet verhullen dat dit in feite een krap vermakelijk niemendalletje is zonder échte hoogtepunten. 2,5*

Azumi (2003)

Alternatieve titel: あずみ

Vind het gemiddelde hier toch wat aan de lage kant.

Heb me echt uitermate goed vermaakt met deze film. Weinig (werkelijk) plot maar veel aktie, over het algemeen erg fraai in beeld gebracht. De manga-oorsprong is constant voelbaar en erg mooi tot leven gebracht in de verschillende, zeer uiteenlopende maar steekhoudende personages.
Bovendien zijn sommige vechtscenes met veel flair en op zijn minst interessant camerawerk in beeld gebracht. Ook veel afwisseling in de gevechten, helaas ook wat kwaliteit betreft, maar over het geheel genomen toch al genoeg voor een ruime voldoende.

Toegegeven, sommige dialogen en subplotten raken kant noch wal en de film balanceert, met name naar het einde, af en toe op het randje van het karikaturale maar dat kun je een mangaverfilming nauwelijks kwalijk nemen. Laatste minpunt is dat de film makkelijk een half uurtje korter gekund had, ook al wordt het dan nooit echt vervelend. Het open einde vond ik wel erg goed, jammer dat er dan weer een deel twee blijkt te zijn.

Stond anderhalf uur op 4,5* maar vooral door het laatste half uur een halfje aftrek. Minder dan 4* vind ik deze in ieder geval niet verdienen.

Лучший частный хостинг