Door de grote belangstelling voor het CABR is onze studiezaal vaak volgeboekt. Kunt u geen archiefstuk reserveren? Bekijk dan onze pagina over de aangepaste dienstverlening.
1 1321 oktober 20
Willem, graaf van Henegouwen en van Hollant, beleent Willem van Outshoorn met de ambachten Outshoorn en Allenderveene, hem aangekomen door overdracht van zijn vader Dirck van Outshoorn.
Gegeven tot Aelbrecht ten berge des dinxdaegs op Sinte Lucas' dach int jaer ons Heeren anno MCCC eenetwintich.
Extract in Inv. nos. 1 en 16, inv. no. 1 en inv. no. 16
De dateering is fout en luidt volgens het leenregister van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 2, folio 19): "des Dinxdaegs na Sinte Lucas' dach".
3 1355 maart 28
Hertog Willem enz. verkoopt aan Aernout, heer van Yselsteyn, de ambachten Harlenderveen en Outhoorne met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden voor twee duizend gouden schilden in mindering van eene schuld van hertog Willem aan Aernout, groot vijf duizend schilden
Gegeven te Geertruydenberge op den Palmavont anno LIIII.
Extract in Inv. nos. 1 en 16, inv. no. 1 en inv. no. 16
Reg. nos. 1 en 3.
Dit stuk land wordt verder steeds tezamen met de heerlijkheid Oudshoorn en Gnephoek c.a. in leen gegeven.
4 [ ]
Berte van Egmont, vrouwe van Culenborgh en van den Lecke, verkoopt de ambachten Allenderveen en Outshoerne met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden aan Bertelmeus van Raephorst, tot welken verkoop hertog Aelbrecht van Beyeren zijne toestemming geeft.
Gegeven int jaer ons Heeren anno ...... op den Palmdacht.
Extract in inv. no. 16
Deze oorkonde en het consent zijn in de leenregisters van Holland niet geregistreerd.
5 1406 februari 15
Willem enz. beleent Adriaen van Raephorst met de goederen, welke hem aangekomen zijn na den dood van zijn vader Bartelemeus van Raephorst.
Gegeven tot Haerlem op den 15 dach in Februario, anno XIIII ende ............
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 54, folio 24 verso) en vermeldt daar als datum "anno XIIII ende vive".
6 1407 juli 13
Willem enz. oorkondt, dat hij Adriaen van Raephorst vergunning geeft tien morgen lands, gelegen in den ban van Aarlanderveen, te verkoopen.
Gegeven in den Hage op Sinte Margrieten dach Anno XIIII ...... ende zeven.
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 54, folio 40).
7 1428 januari 8
Philips enz. beleent Adriaen van Raephorst, overmits zijn verlies aan sloten en goederen, met de heerlijkheid Arlanderveen.
Gegeven tot Leyden VIII dach in Jannewario anno XXVII
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 62, folio 66 verso).
8 1441 december 20
Philips enz. beleent Steven van Raephorst en zijne nakomelingen met het huis Rynenborg, met alle toebehooren, en de ambachten Arleveen en Outshoorn met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden op voorwaarde, dat Adriaen van Raephorst en jonkvrouwe Agneese van Nyelde hun lijfrente uit deze goederen zullen behouden.
Date XX dagen in Desember anno ............
Extract in inv. no. 16
10 1492 december 10
Maximiliaen enz. beleent Jasper, heer tot Culenborgh, met de ambachten Arlenderveen en Outshoerne met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden, hem aangekomen na den dood van zijn vader Geryt, heer tot Culenborgh.
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 121, Utrecht, folio 3) en vermeld daar als dateering: "10 Decembrix anno XIIIIc XCII".
Hierbij aanteekeningen over de verschillende heerlijke rechten.
Reg. nos.1, 3-8 en 10.
Zie ook Inv. nos. 16 en 18.
11 1536 juni 25
Karel V. Roomsch Keizer, verkoopt Gheryt van Assendelft het klerk-, bode- en schoutambacht van Beverwijck voor eene som van vijfhonderd en twintig ponden.
Gegeven in onsen stede van Bruysele opten XXVen dach van Junio int jaer ons Heeren duysent vijffhondert zess ende dertich.
Afschrift in inv. no. 29
13 1558 oktober 29
Het Hof van Holland doet uitspraak in een geschil tusschen Willem Claessen, koster te Alphen, en schout en kerkmeesters over de emolumenten van zijne bedieningen en kent Willem Claessen deze emolumenten ten volle toe.
Actum den negenentwintichsten Octobris anno vijffthienhondert achtenvijfftich.
Afschrift in inv. no. 29
Hieronder ook kerk-, school- en polderzaken.
Reg. nos. 11 en 13.
Hierbij een stuk met talrijke handteekeningen, waarschijnlijk betrekking hebbende op eene schoolkwestie.
Hierbij stukken betreffende het proces van den ambachtsheer tegen Geerloff Vervoorn, Jan Honkoop, Matthijs de Witt en Jan Cornelis Rijnsburger over dit recht. 1767-1778. Zie hierover ook Inv. no. 278.
Hierbij een concept-adres van den ambachtsheer aan den Koning over het recht van aanstelling van kerkmeesters voor 1819.
Hierbij (Inv. no. 71) bevinden zich aanstellingen van schippers tot 1819.
Hierbij de aanstelling van een aschophaler in 1755.
Zie voor aanstellingen van schippers tot 1819 Inv. no. 71.
Zie voor eene dergelijke benoeming in 1816 Inv. no. 78.
Hierbij de benoeming van een gemeenteontvanger in 1816.
Hierbij bevinden zich ook aanstellingen van kerkmeesters voor de jaren 1832, 1833 en 1847. Zie voor aanstellingen van armmeesters voor de jaren 1766 en 1767 Inv. no, 68, en voor de jaren 1819 en 1831 Inv. no. 80.
Hierbij bevinden zich ook aanstellingen van armmeesters voor de jaren 1819 en 1831 en van polderbesturen voor de jaren 1819-1831, de aanstellingen van brandmeesters voor 1819 en de aanstelling van een koster-voorzanger van 1821. Zie voor aanstellingen van kerkmeesters voor de jaren 1766 en 1767 Inv. no. 68 en voor de jaren 1832, 1833 en 1847 Inv. no. 79.
Zie voor de aanstellingen van polderbesturen voor de jaren 1766 en 1767 Inv. no. 68 en voor de jaren 1819-1831 Inv. no. 80.
Deze rekeningen hebben tot het jaar 1627 ook betrekking op de heerlijkheid Aarlanderveen, welke in dit jaar door verkoop van de andere is gescheiden.
Hierbij eene declaratie van H. Hollingerus van 1767. Zie ook no. 89.
De Duykerwetering behoort voor de helft aan Esselijkerwonde.
Hierbij eene quitantie d.a. 1821 van de over 1819-1820 betaalde recognitie.
Hieronder ook het Pastoorstiend onder Alphen.
Zie voor dit proces ook de aanteekeningen achter in Inv. no. 419.
Hierbij een afschrift van de machtiging op Cornelis Munnik om het tiend te innen en te vervoeren. 1823.
Zie ook Inv. no. 29; voor de aanstellingen van kerk- en armmeesters zie Inv. nos. 68, 79 en 80.
Hierbij eene enveloppe met afbeeldingen van de in de ramen aangebrachte wapens.
Oudshoorn en Gnephoek behoorden kerkelijk tot 1661 onder Alphen. Daarna vormden zij eene afzonderlijke gemeente.
Zie ook Inv. no. 29; voor de aanstellingen van polderbesturen zie Inv. nos. 68, 80 en 81.
Deze onder Oudshoorn gelegen buitenplaats is in het bezit geweest van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en van diens dochter Maria, echtgenoote van Pieter van Reede tot Nederhorst. Hun zoon Barend Cornelis verkocht haar in 1733. Na aan verschillende eigenaren te hebben behoord, kwam het landgoed in 1791 in het bezit van mr. Nicolaas Willem Röell, die in 1793 overleed. Zijne weduwe hertrouwde met Lieve Martinus Isaäc van Reede van Oudtshoorn, kleinzoon van den vroegeren eigenaar Barend Cornelis. Deze verkocht de buitenplaats in 1801.
Hierbij een afschrift van eene specificatie van de rechten, door Barend Cornelis van Reede van Oudtshoorn betaald voor het mogen houden van zwanen bij Rhijnoord onder Oudshoorn. (c. 1733.)
Eigenaars waren blijkens deze stukken:
Johan Baartman.
1740. Maria van Amstenraat, wed. Johan Hagelis.
1742. Jacobus de Bruyn.
1744. Jan Agges Scholten.
1752. Willem Boreel.
1757. Elias Schellinger.
1773. Cornelia Schellinger, wed. mr. Pieter Steyn.
1784. Mr. Adriaan Gevers.
1784. Jacob Stads van Hoogstraten.
Deze stukken land zijn afkomstig van de familie Lindenburg en van Dirk Kalkoven en kwamen later aan de eigenaars van Rhijnoord.
Als verhuurder wordt genoemd mr. N. W. Röell, die gedurende de jaren 1791-1793 eigenaar van Rhijnoord was.
Hij was een zoon van Cornelis de Vlamingh en Griete Dircxdochter Vuytiers en geboren 1574, gestorven 1643; hij huwt 1604 met Weyntgen van Bronckhorst (dochter van Vincent Hendricksz. van Bronckhorst en Griete Hendricksdr. Haeck), gebóren 1586, gestorven 1647.
Dirck de Vlamingh van Outshoorn was een der erfgenamen van Henrick Hoyngh, in leven heer van Heemstede.
2 1325 februari 25
Graaf Willem etc. geeft Dirck van Outshorne, baljuw van Medenblick, de vicarie van Bommemeer en eene ondersteuning voor het onderhoud van een kapelaan op de grafelijke burcht te Medenblick.
Gegeven in den Hage int jaer ons Heeren MCCC XXIIII des Manendages nae groote Vastenavondt
Extract in inv. no. 199
Extract uit het register van Holland E. L. X, folio XVIII
Hierbij het wapen van Jacobus van Outshoorn, bisschop van Utrecht in 1322, in koper gegraveerd.
Reg. no. 2.
Niet raadpleegbaar
Zie hiervoor ook tabel I.
Gijsbert was een zoon van Cornelis Cornelis Janszn. de Vlamingh en Tiet Jan Evertszoonsdr.
Zij waren de ouders van Dirck de Vlamingh van Outshoorn.
Hij was een zoon van Cornelis Corneliszn de Vlamingh en Griet Dircksdr. Gisp.
Zij was eene dochter van Cornelis de Vlamingh en Griete Dircxdochter Vuytiers.
Hij was een zoon van Cornelis Corneliszn. de Vlamingh en Griete Dircxdochter Vuytiers.
Maria de Vlamingh was eene nicht van Dirck de Vlamingh van Outshoorn (I).
Aleid Gijsbrechtsdochter van Diemen, die gehuwd was met Cornelis Jansz. de Vlamingh, was de overgrootmoeder van Cornelis Cornelisz. de Vlamingh, den vader van Dirck de Vlamingh van Outshoorn.
Reg. no. 9.
9 1469 mei 24
Huyge Albout, Willem van Swieten en Pieter van Swieten verklaren, dat Jacob Ghijsbrechtszoon van Diemen, broeder van Guert van Diemen, de grootvader is van Bairtout Ghijsbrechtszoon, zoodat deze behoort tot het geslacht Van Diemen.
Int jaer ons Heeren duusent vierhondert LXIX opten XXIIIIen dach in Maye.
Oorspr. in inv. no. 213 . Met de geschonden zegels van Huyge Albout, Willem van Swieten en Pieter van Swieten.
Aecht Cornelisdr. Barchman, de weduwe van Andries Boeles, was in eerste huwelijk gehuwd geweest met Dirck Govertsz. Vuytiers, den vader van Griete Dircksdr., echtgenoote van Cornelis Corneliszn. de Vlamingh.
Reg. nos. 14, 15, 17 en 18.
14 1573 april 22
Notaris Frans Coornhert instrumenteert, dat Andries Boeles en Aechte Cornelisdochter, zijne echtgenoote, hunne bezittingen vermaken aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Andries Boeles met Ael Claesdochter, aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Aechte Cornelisdochter met Dirck Govertszoon en aan de kinderen, uit hun beider huwelijk gesproten.
Embden XVc ende drie ende tseventich opten twee ende twintichsten dach Aprilis.
Oorspr. in inv. no. 214 . Met de signatuur van notaris Frans Coornhert; zijn signet is verloren.
15 1573 mei 27
Notaris Frans Coornhert instrumenteert, dat Aechte Cornelisdochter, weduwe van Andries Boeles, Jan Verburgh, Cornelis Corneliszoon de Vlaming, Govert Dirkszoon Bareman en Cornelis Barcman (zoons van Aechte Cornelisdochter uit haar eerste huwelijk), eene overeenkomst sluiten met Henrick Boeles, Herman Rodenburgh, optredende in naam van zijne echtgenoote Lijsbeth Andriesdochter, Cornelis Boeles, Jacob Boeles, Jan Boeles en Aeltgen Andriesdochter, kinderen van wijlen Andries Boeles, over de teruggave van de huwelijksgoederen van Aechte Cornelisdochter uit de nalatenschap van Andries Boeles.
Embden opten seven ende twintichsten dach van May int jaer ons Heeren XVc ende drie ende tseventich.
Oorspr. in inv. no. 214 . Met de signatuur van notaris Frans Coornhert; zijn signet is verloren.
17 1573 november 25
Notaris Frans Coornhert instrumenteert, dat onder bemiddeling van Jurgen Heyns, Reinier van Neck, Cornelis Florisszoon van Teylinge en Cornelis Barentszoon Aechte Cornelisdochter, weduwe van Andries Boeles, Govert Dirckszoon en Cornelis Dirckszoon Barcman, hare zonen, en Cornelis de Vlaming, haar schoonzoon, eene overeenkomst sluiten met Henrick en Cornelis Boeles, optredende in naam van alle kinderen van wijlen Andries Boeles, in zake eenige moeilijkheden, bij de uitvoering van den laatsten wil van Andries Boeles gerezen.
Embden in den jare ons Heren XVc ende drie ende tseventich opten vijff ende twintichsten dach Novembris.
Oorspr. in inv. no. 214 . Met de signatuur en signet van notaris Frans Coornhert.
18 1574-04-22
Notaris Frans Coornhert instrumenteert, dat onder bemiddeling van Jurgen Heynes, Reinier van Neck en Cornelis Florisszoon Aechte Cornelisdochter, weduwe van Andries Boeles, en hare kinderen eene overeenkomst sluiten met Henrick en Cornelis Boeles, optredende in naam van alle kinderen van wijlen Andries Boeles, in zake eenige moeilijkheden, bij de verdeeling van den boedel van Andries Boeles gerezen.
Embden opten twe ende twintichsten dach Aprilis int iaer ons Heeren XVc ende vier ende tseventich.
Oorspr. in inv. no. 214 . Met de signatuur en signet van notaris Frans Coornhert.
De moeder van Claes Overlander, Geert Jacobsdr. Smit, was in eerste huwelijk gehuwd geweest met Dirck Corneliszn. Vlaminck, zoon van Cornelis Janszn. en Aleid van Diemen.
Reg. nos. 12 en 16.
12 1558 januari 5
Schepenen van Aemstelredamme oorkonden, dat Claes Pieterszoon Overlander en Catrijn Claesdochter in den echt willen treden, waarbij Pieter Overlander, vader van Claes Pieterszoon, met Claes Janszoon Chijs en Mary Coerten, ouders van Catrijn Claesdochter, de voorwaarden bepalen, waarop het echtpaar de mede ten huwelijk gebrachte goederen zal beheeren..
Gegeven op den vijften dacht int jaer ons Heeren duysent vijfhondert acht ende vijftich.
Oorspr. in inv. no. 215 . Met de geschonden schepenzegels van Cornelis Anthoniszoon en Jan Hermanszoon.
16 1573 september 13
Notaris Cornelis van Hamerode instrumenteert, dat Catrijn Claesdochter tot hare erfgenamen benoemt: haar echtgenoot Claes Pieterszoon Overlander, hare kinderen Claesgen Chijs Claesdochter, Pieter Overlander en Volckert Overlander, haar broeder Pieter Dircxszoon en hare zusters Marie Claesdochter, Margriete Dircxsdochter en Aeff Dircxsdochter.
Amsterdam in den jare van der geboorte des selffs ons Heere duysent vijfhondert drie ende tseventich opten derthiensten dach des maents van September.
Oorspr. in inv. no. 215 . Met het handmerk van notaris Cornelis van Hamerode.
Hij was de zoon van Claes Overlander en Catrijn Claes dochter.
Hij was een neef van Dirck de Vlamingh en verloofd met Geertruid Overlander, de dochter van Claes Overlander.
Zij waren de grootouders van moederszijde van Weyntgen van Bronckhorst.
Zij waren zusters van Grietjen Henrick Haeckendochter, moeder van Weyntgen van Bronckhorst.
Hij was een zoon van Dirck de Vlamingh van Outshoorn en Weyntgen van Bronckhorst en geboren 1613, gestorven 1688; hij huwt 1644 met Claesgen Hooft (dochter van Jacob Willemsz. Hooft en Maria Jonckheyn), geboren 1620, gestorven 1676.
De juiste relatie tusschen dezen Hendrik van Outshoorn en Cornelis is niet gebleken.
Zij was eene dochter van Dirck de Vlamingh van Outshoorn en Weyntgen van Bronckhorst, dus eene zuster van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en gehuwd met Jacob Claeszn. Haringcarspel.
Zij was eene dochter van Dirck de Vlamingh van Outshoorn en Weyntgen van Bronckhorst, dus eene zuster van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en gehuwd 1o. met Johan van Mirop en 2o. met Johan van Someren.
Zij was eene zuster van Anna Bannings, de moeder van Johan van Mirop.
Zij was eene dochter van Dirck de Vlamingh van Outshoorn en Weyntgen van Bronckhorst, dus eene zuster van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en gehuwd met Laurens Buysero.
Hij was een zoon van Dirck de Vlamingh van Outshoorn en Weyntgen van Bronckhorst, dus een broeder van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn.
Pieter was een oom van Claesgen Hooft, de echtgenoote van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn.
Zij was eene dochter van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en Claesgen Hooft en geboren 1646, gestorven 1732; zij huwt 1684 met Pieter van Reede tot Nederhorst (zoon van Barend Adolph van Reede tot Nederhorst en Constantia Magnus), geboren 1645, gestorven 1692.
Zij was eene dochter van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en Claesgen Hooft, dus eene zuster van Maria de Vlamingh van Outshoorn.
Dit nummer heeft ook op andere takken dan die van Van Reede van Oudtshoorn (Nederhorst) betrekking.
Zij waren de ouders van Pieter van Reede tot Nederhorst, den echtgenoot van Maria de Vlamingh van Outshoorn.
Jacob was een zoon van Barend Adolph van Reede tot Nederhorst en Constantia Magnus.
Elisabeth was eene dochter van Barend Adolph van Reede tot Nederhorst en Constantia Magnus.
Anna Maria was eene dochter van Barend Adolph van Reede tot Nederhorst en Constantia Magnus.
Hij was een zoon van Pieter van Reede tot Nederhorst en Maria de Vlamingh van Outshoorn en geboren 1690, gestorven 1750; hij huwt 1713 met Catharina Cornelia van Eys (dochter van Leonard van Eys en Geertruid Sara Verster), geboren 1695, gestorven 1755.
Hij was ten slotte luitenant-generaal en commandant van Naarden.
De lijsten zijn het laatst door Barend Cornelis van Reede van Oudtshoorn bijgehouden.
Hij was een zoon van Barend Cornelis van Reede van Oudtshoorn en Catharina Cornelia van Eys en geboren 1714. gestorven 1773; hij huwt 1736 met Sophia Boesses (dochter van Adriaan Boesses en Mechteld de Knuyt), geboren 1720, gestorven, 1791.
Hierbij vele quitanties betreffende de hofstede Drakenburg in Utrecht, waarvan Pieter van Reede van Oudtshoorn eigenaar was.
Herman Ameshoff was een der gemachtigden van Pieter van Reede van Oudtshoorn.
Zie voor dit proces ook Inv. no. 278.
Zie voor dit proces ook Inv. no. 278.
Zie voor dit proces ook Inv. no. 278.
Hierbij bevinden zich de brieven van Van Bijsterveld aan den administrateur H. Hollingerus van Lansbergen, welke later aan Pieter van Reede van Oudtshoorn zijn doorgezonden. Deze brievan handelen over de processen, vermeld onder de Inv. nos. 56, 275, 276 en 277.
Zij was eene dochter van Adriaan Boesses en Mechteld de Knuyt en geboren 1720, gestorven 1791; zij huwt 1736 met Pieter van Reede van Oudtshoorn (V).
Hij was een zoon van Pieter van Reede van Oudtshoorn en Sophia Boesses en geboren 1755, gestorven 1822; hij huwt 1774 met Susanna Margaretha van Schoor (dochter van Adriaan van Schoor en Susanna Cruywagen), geboren 1750, gestorven 1776; hij hertrouwt 1777 met Gesina Kersten, (dochter van Jan Frederik Kersten en Johanna Catherina Franck), geboren 1756, gestorven 1817.
Zij waren kinderen van Pieter van Reede van Oudtshoorn en Sophia Boesses.
Hij was een zoon van William Cary en Geertruida de Vlamingh van Outshoorn, jongere zuster van Maria (III), de echtgenoote van Pieter van Reede tot Nederhorst; hij stierf, 1766. Hij was de erfgenaam van zijn neef Robert Cary, 7den lord Hunsdon. William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn was zijn petekind.
Hij was een zoon van William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn en Susanna Margaretha van Schoor en geboren 1775, gestorven 1851; hij huwt 1802 met Johanna Henrica Verboom (dochter van Thomas Dolegius Adriaan Verboom en Adriaan Hendrika van der Graeff de Vapour), geboren 1783, gestorven 1806; hij hertrouwt 1812 met Catharina Maria Musketier (dochter van Willem Musketier en Catharina Maria van Immerseel), geboren 1789, gestorven 1830.
Hierbij een brief van William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn aan prins Willem V om dezen dank te zeggen voor de benoeming van zijn zoon Pieter Adriaan tot raad in de vroedschap te Gorinchem d.a. 1794. Deze brief is blijkbaar ter bezorging gezonden aan Pieter Adriaan, maar door deze wegens de veranderde omstandigheden niet doorgezonden.
Hierin worden ook zaken, de heerlijkheid aangaande, besproken.
Barend was een broeder van Pieter Adriaan van Reede van Oudtshoorn.
Hij was een zoon van William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn en Gesina Kersten en geboren 1779, gestorven 1850; hij huwt 1804 met Elisabeth Constantia Sophia Röell (dochter van Nicolaas Willem Röell en Anna Sophia Frederica van Gheel), geboren 1777, gestorven 1835.
Deze kinderen zijn: Willem Frederik van Reede van Oudtshoorn, gehuwd met Albertina Petronella Carolina Melvill van Carnbee, en Johan Frederik van Reede van Oudtshoorn, gehuwd met Amelia Elisabeth Bonifacia Singendonck.
Henriette Elisabeth van Reede van Oudtshoorn, dochter van Johan Frederik van Reede van Oudtshoorn en Elisabeth Constantia Sophia Röell, huwde met mr. Adriaan Theodore, Prins, uit welk huwelijk bovengenoemde dochters geboren zijn.
Hij was een zoon van William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn en Gesina Kersten.
R. Cloete, wiens moeder te Kaapstad woonde, overleed 1820 in Holland. Executeur-testamentair was P. A. van Reede van Oudtshoorn.
Het betrof de beschikkingen, door den erflater genomen ten gunste van eenige slaven van hem zelf en van zijne moeder. Namens den executeur-testamentair trad diens vader te Kaapstad op.
Achterin allerlei aanteekeningen in het Hollandsch en het Fransch, terwijl het journaal zelf in het Engelsch gesteld is.
Hij was een zoon van Pieter Adriaan baron van Reede van Oudtshoorn en Catharia Maria Musketier en geboren 1816, gestorven. 1881.
Hierin vele losse papieren, op de administratie betrekking hebbende.
Hij was een zoon van Pieter Adriaan baron van Reede van Oudtshoorn en Catharina Maria Musketier en geboren 1818, gestorven 1852.
Mejuffrouw Canzius, die 20 Maart 1885 overleed, had P.A. baron van Reede van Oudtshoorn tot haar executeur en formeel tot haar erfgenaam, met last om tal van legaten uit te keeren, aangesteld. Hare moeder Adrienne Sara Musketier was eene zuster van de moeder van P.A. van Reede.
Mejuffrouw J.C.O. Canzius had hem een legaat vermaakt. Voor het hem had kunnen worden uitgekeerd, overleed hij 28 Juli 1865.
Hij was een zoon van Pieter Adriaan baron van Reede van Oudtshoorn en Johanna Henrica Verboom en geboren 1806, gestorven 1891, gehuwd 1844 met jkvr. Jeanne Guillemine van Alphen (dochter van jhr. Daniël François van Alphen en Louise Rudolphine Julie de Vignon), geboren 1817, gestorven 1880.