Door de grote belangstelling voor het CABR is onze studiezaal vaak volgeboekt. Kunt u geen archiefstuk reserveren? Bekijk dan onze pagina over de aangepaste dienstverlening.
1 1321 oktober 20
Willem, graaf van Henegouwen en van Hollant, beleent Willem van Outshoorn met de ambachten Outshoorn en Allenderveene, hem aangekomen door overdracht van zijn vader Dirck van Outshoorn.
Gegeven tot Aelbrecht ten berge des dinxdaegs op Sinte Lucas' dach int jaer ons Heeren anno MCCC eenetwintich.
Extract in Inv. nos. 1 en 16, inv. no. 1 en inv. no. 16
De dateering is fout en luidt volgens het leenregister van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 2, folio 19): "des Dinxdaegs na Sinte Lucas' dach".
3 1355 maart 28
Hertog Willem enz. verkoopt aan Aernout, heer van Yselsteyn, de ambachten Harlenderveen en Outhoorne met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden voor twee duizend gouden schilden in mindering van eene schuld van hertog Willem aan Aernout, groot vijf duizend schilden
Gegeven te Geertruydenberge op den Palmavont anno LIIII.
Extract in Inv. nos. 1 en 16, inv. no. 1 en inv. no. 16
Reg. nos. 1 en 3.
Dit stuk land wordt verder steeds tezamen met de heerlijkheid Oudshoorn en Gnephoek c.a. in leen gegeven.
4 [ ]
Berte van Egmont, vrouwe van Culenborgh en van den Lecke, verkoopt de ambachten Allenderveen en Outshoerne met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden aan Bertelmeus van Raephorst, tot welken verkoop hertog Aelbrecht van Beyeren zijne toestemming geeft.
Gegeven int jaer ons Heeren anno ...... op den Palmdacht.
Extract in inv. no. 16
Deze oorkonde en het consent zijn in de leenregisters van Holland niet geregistreerd.
5 1406 februari 15
Willem enz. beleent Adriaen van Raephorst met de goederen, welke hem aangekomen zijn na den dood van zijn vader Bartelemeus van Raephorst.
Gegeven tot Haerlem op den 15 dach in Februario, anno XIIII ende ............
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 54, folio 24 verso) en vermeldt daar als datum "anno XIIII ende vive".
6 1407 juli 13
Willem enz. oorkondt, dat hij Adriaen van Raephorst vergunning geeft tien morgen lands, gelegen in den ban van Aarlanderveen, te verkoopen.
Gegeven in den Hage op Sinte Margrieten dach Anno XIIII ...... ende zeven.
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 54, folio 40).
7 1428 januari 8
Philips enz. beleent Adriaen van Raephorst, overmits zijn verlies aan sloten en goederen, met de heerlijkheid Arlanderveen.
Gegeven tot Leyden VIII dach in Jannewario anno XXVII
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 62, folio 66 verso).
8 1441 december 20
Philips enz. beleent Steven van Raephorst en zijne nakomelingen met het huis Rynenborg, met alle toebehooren, en de ambachten Arleveen en Outshoorn met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden op voorwaarde, dat Adriaen van Raephorst en jonkvrouwe Agneese van Nyelde hun lijfrente uit deze goederen zullen behouden.
Date XX dagen in Desember anno ............
Extract in inv. no. 16
10 1492 december 10
Maximiliaen enz. beleent Jasper, heer tot Culenborgh, met de ambachten Arlenderveen en Outshoerne met den Vryenhoeve, het bederecht en de tienden, hem aangekomen na den dood van zijn vader Geryt, heer tot Culenborgh.
Extract in inv. no. 16
Deze akte is geregistreerd in de leenregisters van Holland (Inventaris Leen- en Registerkamer van Holland n°. 121, Utrecht, folio 3) en vermeld daar als dateering: "10 Decembrix anno XIIIIc XCII".
Hierbij aanteekeningen over de verschillende heerlijke rechten.
Reg. nos.1, 3-8 en 10.
Zie ook Inv. nos. 16 en 18.
11 1536 juni 25
Karel V. Roomsch Keizer, verkoopt Gheryt van Assendelft het klerk-, bode- en schoutambacht van Beverwijck voor eene som van vijfhonderd en twintig ponden.
Gegeven in onsen stede van Bruysele opten XXVen dach van Junio int jaer ons Heeren duysent vijffhondert zess ende dertich.
Afschrift in inv. no. 29
13 1558 oktober 29
Het Hof van Holland doet uitspraak in een geschil tusschen Willem Claessen, koster te Alphen, en schout en kerkmeesters over de emolumenten van zijne bedieningen en kent Willem Claessen deze emolumenten ten volle toe.
Actum den negenentwintichsten Octobris anno vijffthienhondert achtenvijfftich.
Afschrift in inv. no. 29
Hieronder ook kerk-, school- en polderzaken.
Reg. nos. 11 en 13.
Hierbij een stuk met talrijke handteekeningen, waarschijnlijk betrekking hebbende op eene schoolkwestie.
Hierbij stukken betreffende het proces van den ambachtsheer tegen Geerloff Vervoorn, Jan Honkoop, Matthijs de Witt en Jan Cornelis Rijnsburger over dit recht. 1767-1778. Zie hierover ook Inv. no. 278.
Hierbij een concept-adres van den ambachtsheer aan den Koning over het recht van aanstelling van kerkmeesters voor 1819.
Hierbij (Inv. no. 71) bevinden zich aanstellingen van schippers tot 1819.
Hierbij de aanstelling van een aschophaler in 1755.
Zie voor aanstellingen van schippers tot 1819 Inv. no. 71.
Zie voor eene dergelijke benoeming in 1816 Inv. no. 78.
Hierbij de benoeming van een gemeenteontvanger in 1816.
Hierbij bevinden zich ook aanstellingen van kerkmeesters voor de jaren 1832, 1833 en 1847. Zie voor aanstellingen van armmeesters voor de jaren 1766 en 1767 Inv. no, 68, en voor de jaren 1819 en 1831 Inv. no. 80.
Hierbij bevinden zich ook aanstellingen van armmeesters voor de jaren 1819 en 1831 en van polderbesturen voor de jaren 1819-1831, de aanstellingen van brandmeesters voor 1819 en de aanstelling van een koster-voorzanger van 1821. Zie voor aanstellingen van kerkmeesters voor de jaren 1766 en 1767 Inv. no. 68 en voor de jaren 1832, 1833 en 1847 Inv. no. 79.
Zie voor de aanstellingen van polderbesturen voor de jaren 1766 en 1767 Inv. no. 68 en voor de jaren 1819-1831 Inv. no. 80.
Deze rekeningen hebben tot het jaar 1627 ook betrekking op de heerlijkheid Aarlanderveen, welke in dit jaar door verkoop van de andere is gescheiden.
Hierbij eene declaratie van H. Hollingerus van 1767. Zie ook no. 89.
De Duykerwetering behoort voor de helft aan Esselijkerwonde.
Hierbij eene quitantie d.a. 1821 van de over 1819-1820 betaalde recognitie.
Hieronder ook het Pastoorstiend onder Alphen.
Zie voor dit proces ook de aanteekeningen achter in Inv. no. 419.
Hierbij een afschrift van de machtiging op Cornelis Munnik om het tiend te innen en te vervoeren. 1823.
Zie ook Inv. no. 29; voor de aanstellingen van kerk- en armmeesters zie Inv. nos. 68, 79 en 80.
Hierbij eene enveloppe met afbeeldingen van de in de ramen aangebrachte wapens.
Oudshoorn en Gnephoek behoorden kerkelijk tot 1661 onder Alphen. Daarna vormden zij eene afzonderlijke gemeente.
Zie ook Inv. no. 29; voor de aanstellingen van polderbesturen zie Inv. nos. 68, 80 en 81.
Deze onder Oudshoorn gelegen buitenplaats is in het bezit geweest van Cornelis de Vlamingh van Outshoorn en van diens dochter Maria, echtgenoote van Pieter van Reede tot Nederhorst. Hun zoon Barend Cornelis verkocht haar in 1733. Na aan verschillende eigenaren te hebben behoord, kwam het landgoed in 1791 in het bezit van mr. Nicolaas Willem Röell, die in 1793 overleed. Zijne weduwe hertrouwde met Lieve Martinus Isaäc van Reede van Oudtshoorn, kleinzoon van den vroegeren eigenaar Barend Cornelis. Deze verkocht de buitenplaats in 1801.
Hierbij een afschrift van eene specificatie van de rechten, door Barend Cornelis van Reede van Oudtshoorn betaald voor het mogen houden van zwanen bij Rhijnoord onder Oudshoorn. (c. 1733.)